© ATV

16 Antwerpse agenten schuldig aan pestgedrag, maar vrijgesproken voor racisme na uitlatingen in WhatsAppgroep

ANTWERPEN -

De correctionele rechtbank van Antwerpen heeft zestien agenten van de voormalige bewakingsdienst GEOV veroordeeld wegens pesterijen op het werk. De agenten werden ook vervolgd wegens inbreuken op de antiracismewet, maar voor die tenlastelegging sprak de rechtbank alle verdachten vrij.

Het parket van Antwerpen vervolgde 29 leden van de voormalige dienst GEOV, die instond voor de overbrenging van gedetineerden naar het justitiepaleis, voor hun rol in de zogenaamde WhatsApp-affaire. De zaak ging aan het rollen in 2017, toen een voormalig GEOV-lid naar de Dienst Intern Toezicht stapte met 280 pagina’s berichten uit de WhatsAppgroep van de dienst GEOV. In die berichten werden collega’s uitgescholden, beledigd of belachelijk gemaakt. Er werden ook racistische opmerkingen gemaakt ten aanzien van allochtone collega’s en gedetineerden van vreemde origine.

Het openbaar ministerie maakte een onderscheid tussen twee groepen verdachten. Eén groep maakte zich volgens het openbaar ministerie alleen schuldig aan pesterijen op het werk, onder meer omdat ze deelnamen aan WhatsAppberichten waarin collega’s op de korrel genomen werden. Een andere groep zou zich niet alleen schuldig gemaakt hebben aan pestgedrag, maar zou ook inbreuken op de antiracismewet hebben gepleegd.

Maar de vijftien verdachten die wegens inbreuken op de antiracismewet werden vervolgd, worden voor die tenlastelegging volledig vrijgesproken. De rechtbank erkent dat er zeer laakbare, mogelijk racistische uitlatingen werden gedaan in WhatsAppgroep, maar volgens de rechtbank is de antiracismewet niet van toepassing op het gedrag dat de verdachten zouden hebben tentoongespreid. Zo zou racistisch gedrag onder collega’s niet onder de artikelen van de antiracismewetgeving vallen.

Van de 29 verdachten die zich moesten verantwoorden voor pesterijen op het werk, heeft de rechtbank er zestien schuldig bevonden aan strafbaar pestgedrag. De rechtbank maakte daarbij een onderscheid tussen pestgedrag op het werk en het deelnemen aan WhatsAppconversaties die bijgedragen hebben aan een werkomgeving waarin pestgedrag kon gedijen. Verdachten die slechts enkele keren een opmerking hebben gemaakt en verder geen laakbaar gedrag hebben tentoongespreid op de werkvloer, gaan in het dossier vrijuit. Wie zich veelvuldig mengde in de conversaties, werd wel schuldig bevonden.

Bart U. en Johan K., de hoofdverdachten in het dossier, die als voortrekkers worden beschouwd in de WhatsApp-affaire, worden veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en een boete van 4.800 euro. Met uitstel, weliswaar. Ook de andere veroordeelden liepen straffen op die variëren van zes maanden met uitstel tot een boete met uitstel.(jvda)

In één klik toegang tot al het nieuws. Download onze gratis GVA nieuwsapp

Aangeboden door onze partners