Genk, Union of toch nog Antwerp? Wat financiële surplus betreft, zou dit wel eens één van de minst belangrijke titels sinds lang kunnen worden. De voorbije jaren was de Belgische titel steeds goed voor een ticket voor de groepsfase van de Champions League. De laatste kampioen Club Brugge was zo meteen zeker van een deelnamepremie van ruim 15 miljoen. Aangevuld met een coëfficiëntenbonus, tv-geld en ticketverkoop was zo meer dan 25 miljoen verbonden aan de titel van 2021/2022, los van de resultaten.

Maar die garantie zal de ploeg die straks kampioen wordt niet hebben. Die club moet eerst nog twee voorrondes doorworstelen tegen ploegen als Dinamo Zagreb of FC Kopenhagen. Eén misstap en het grote geld is weg, een gevolg van de mindere Europese prestaties van onze clubs tussen 2017 en 2022.

Eén miljard meer prijzengeld

Intussen weten we dankzij onze sterke huidige Europese campagne dat de kampioen van 2023/2024 zich daar geen zorgen over moet maken. Daardoor is aan die titel nu al meer geld dan ooit verbonden. Ze valt namelijk samen met een andere evolutie: de hervorming van de Champions League. Vanaf 2024 wordt die niet meer in een groepsfase met drie tegenstanders gespeeld, maar werkt elk team vier thuis- en uitwedstrijden af tegen acht verschillende tegenstanders.

De UEFA verwacht dat de inkomsten uit mediarechten zo zullen toenemen van 3,6 miljard euro naar 5 miljard. Dat betekent – en nu wordt het interessant voor onze kampioen van 2024 – dat het al royale prijzengeld nog eens zal stijgen. Op het precieze bedrag is het wachten tot alle commerciële deals afgerond zijn, maar er is sprake van een verhoging tot een totaalbedrag van 3 tot zelfs 3,5 miljard euro. Anderhalve keer zoveel als nu.

Herverdeling goed voor ons land

Bovendien wordt ook gelobbyd voor een herverdeling van dat geld die de Belgische kampioen niet slecht zou uitkomen. Op dit moment wordt dertig procent verdeeld op basis van historische resultaten en vijftien procent op basis van tv-markt. Het is vooral daar dat onze kampioen verhoudingsgewijs veel minder krijgt dan toppers uit Spanje en Engeland. Een club als Real Madrid was nog voordat het een bal getrapt had dit seizoen al zeker van zeventig miljoen euro.

Kortom: de kans bestaat dat de Belgische kampioen vanaf 2024 een groter stuk van de koek krijgt, en de koek zelf wordt ook nog eens groter. Dan zou de recordsom die Club Brugge dit seizoen ophaalde – een kleine vijftig miljoen – snel aan diggelen kunnen liggen. Alleen jammer voor wie straks al kampioen wordt...