“Veel rusten, met af en toe een lastige, maar zeker niet te lange training. Louter om wat actief te blijven.”

Vandaag reist Mathieu van der Poel naar grensgemeente Ossendrecht af om zich bij de Nederlandse selectie te voegen, maar veel heeft hij in de directe aanloop naar het WK niet meer ­gedaan. Op zijn 28ste, met vier regenboogtruien in zijn kast, weet hij inmiddels hoe hij zich moet voorbereiden.

Zenuwachtig maak je je niet meer?

“Toch een beetje. Het blijft wel een WK. Maar niet meer zoals vroeger. Al wordt het wel ­speciaal, nog meer omdat het in Hoogerheide is.”

De geboortegrond van de familie Van der Poel. Je vader is er ­opgegroeid en staat er mee in voor de organisatie. Al tips ­gekregen over het parcours straks?

“Neen. We hebben het er nog niet over gehad. Sinds ik niet meer thuis ben, spreken we ­mekaar niet meer zo vaak over dat soort dingen. Maar ik vind het wel mooi voor hem dat hij nog eens een WK kan organiseren. Hij doet dat graag en het is toch een eerbetoon aan hem. Veel crossen kunnen een voorbeeld nemen aan de manier waarop hij dat doet. Maar voor mezelf: mijn groot­ouders zijn intussen overleden, ik heb zelf geen familie meer in Hoogerheide.”

Je vorige WK in Hoogerheide, in 2014 bij de beloften, was geen groot succes. Je werd er als ­absolute topfavoriet pas derde, na winnaar Van Aert en Michael Vanthourenhout.

“Klopt. Al kan ik mij er niet zo heel veel meer van herinneren. Ik weet dat het snel gebeurd was. Ik had mijn dag niet, was ook wat ziek geweest… Intussen heb ik gelukkig al leukere herinneringen aan Hoogerheide. Ik heb er (in 2018, red.) mijn eerste Nederlandse titel op de weg ge­wonnen.”

De wereldbekercross in Hooger­heide heb je ook al vijf keer ­gewonnen.

(knikt) “Ik heb er al een paar heel goede crossen gereden, maar ook een paar veel mindere. Ik ben er zelfs een keer 24ste geëindigd een week voor het WK (in 2017, red.). Maar het is wel een cross die ik altijd graag reed, ook ­omdat hij zo dicht bij huis is.”

In 2018 verloor je ook dat ­andere WK veldrijden dat je ooit in ­Nederland reed. Valkenburg. ­Opnieuw moest je Van Aert en Vanthourenhout laten voorgaan. Nederlandse WK’s brengen je ­weinig geluk.

“Valkenburg was vooral een heel atypisch parcours. Intussen is dat ook al vier jaar geleden. Ik ben niet meer dezelfde renner als toen. En nadien is het wel altijd goed gegaan. Ik denk zelfs dat ik sindsdien geen WK meer verloren heb. Niet? (denkt na) Inderdaad: Bogense, Dübendorf, Oostende, dat was drie keer winst. En vorig jaar was ik er door mijn rug­problemen niet bij. Het is niet zo dat ik met de bibber op het lijf start omdat het de vorige twee keer in Nederland is misgelopen.”

Na je rugproblemen een maand­ ­geleden: krijgen we straks de ­allerbeste versie van Van der Poel te zien?

“Ik hoop het wel. Daar heb ik toch naartoe gewerkt. Vanaf het begin van de winter staat het WK met rood aangestipt. Daarom heb ik ook geprobeerd mijn winter iets anders in te delen. Ik merk van mezelf dat ik niet meer heel het jaar door top wil zijn, maar meer in periodes wil werken.”

Zeg dat tegen de andere crossers. Jij en Van Aert hebben de rest ­verpulverd.

“Het is niet omdat het WK je ­enige doel is, dat je de andere wedstrijden niet wil winnen. ­Sowieso moet je niet gaan crossen als je niet minstens 95 procent bent. Plus: het blijft een goede voorbereiding op de weg.”

Hebben jullie ooit een hoger ­niveau gehaald?

(blaast) “Dat is moeilijk in te schatten. Ik heb zelf niet het ­gevoel dat we veel sneller rond­rijden dan een paar jaar geleden. Maar als je de verschillen met de rest ziet, zou je dan weer denken van wel. Mja, ik kan het zelf ook niet goed uitleggen.”

Zelf ben je technisch nog altijd even goed als in je beste dagen?

“Dat wel. In het begin van het seizoen misschien niet. Maar ­eenmaal ik weer wat vaker op mijn crossfiets zit, rij ik nog even snel. Ik ben hooguit wat voor­zichtiger geworden. Neem wat minder risico’s. Dat is het enige verschil.”

Jij start straks op rij één, Van Aert pas op de tweede rij. Een voordeel voor jou?

“Dat gaat geen rol spelen. Van Aert start al een heel seizoen op de tweede rij, ik eerst ook ­trouwens. Er moet al iets misgaan met de renner vlak voor je om er nadeel van te ervaren. Bovendien kan Wout als eerste in rij twee perfect gaan staan waar hij wil. Hij is sterk genoeg om heel snel naar voor te rijden.”

Bepaalt dit WK of je crossseizoen geslaagd is of niet?

“Dat vind ik wel. Zonder winst ga ik geen goed gevoel over­houden aan deze winter. De kerstperiode was wel goed qua ­resultaten, maar zelfs daar had ik iets meer van verwacht. Ik heb niet het niveau gehaald dat ik voor ogen had. Maar als je het WK wint, doet dat er allemaal niet meer toe.”

Al enig idee hoe je een mogelijke vijfde wereldtitel gaat vieren? Met veel eten en drank?

“Eten niet. Maar een gin-tonic of een goed glas wijn, dat zou wel eens kunnen.”