Archeologen legden de verzegelde tombes bloot in de dodenstad Saqqara, waar ook de beroemde trappenpiramide van farao Djoser staat. Ze zouden afkomstig zijn van de vijfde en zesde dynastieën, tussen 2500 en 2100 voor Christus.

Volgens archeoloog Zahi Hawass gaat het om de laatste rustplaats van Khnumdjedef, de hogepriester van farao Uunas, wiens versierde piramide zich in de buurt bevindt, Meri, de bewaker van de geheimen van de koning, Messi, hogepriester van farao Pepi I en Fetek, schriftgeleerde en rechter.

Tijdens de opgravingen doken de archeologen ook een kalkstenen sarcofaag op “die in de exacte staat verkeert waarin de oude Egyptenaren het 4.300 jaar geleden hebben achtergelaten”, verzekert Hawass. Daarin bevond zich een met goud bedekte mummie, “een van de oudste en best bewaarde”.

Eerder deze week kondigde Caïro ook de ontdekking van “een hele Romeinse stad” aan. Volgens critici hebben de berichten meer politieke en economische betekenis dan wetenschappelijke, aangezien het land in een ernstige economische crisis verkeert. Egypte rekent op het toerisme om de financiële situatie te herstellen.