Sinds begin vorig jaar stoppen op de lijn Antwerpen-Brussel in beide richtingen geen twee maar slechts één trein per uur in het station Mortsel-Oude-God. De beslissing werd genomen in een coronaperiode toen meer mensen thuis werkten. Nu dit achter de rug ligt, wil de stad Mortsel terug twee treinen per uur in beide richtingen zien stoppen.

In juni en september vorig jaar schreef het stadsbestuur brieven naar minister Gilkinet. In december begon de lokale afdeling van Groen, dus de partij van de minister, met een petitie voor extra treinen.

Personeel

Vanuit het kabinet kwam geen antwoord. Tot Mortsels schepen Gitta Vanpeborgh (Vooruit) en voormalig Mortselaar Peter De Roover (N-VA) als leden van de Kamer de minister deze week op de rooster legden. De stad kreeg niet het verhoopte antwoord. De minister verwijst naar onderinvesteringen in het spoornet in het verleden, crisissen zoals corona en personeelsgebrek voor de aanpassingen. Er moet personeel bijkomen.

“De selectieprocedures zullen versneld worden. In het kader van dit actieplan zal prioriteit aan de lijn Antwerpen-Brussel-Charleroi gegeven worden om de geplande dienst op dit traject zo spoedig mogelijk te herstellen”, reageert Gilkinet.

Geen perspectief

Niet voldoende voor schepen Vanpeborgh. “We zijn teleurgesteld omdat er verwezen wordt naar het actieplan voor de aanwerving van bijkomend personeel zonder een concrete timing. We hadden minstens een perspectief willen hebben, bijvoorbeeld de normalisatie van de twee treinen per uur per rijrichting voor eind juni of september. En minstens de garantie dat die ene trein per uur per rijrichting niet afgeschaft wordt. En stipt rijdt. Hoe langer deze situatie aansleept hoe groter de kans dat een aantal mensen opnieuw voor de wagen kiezen”, geeft ze aan.

Ook Peter De Roover is niet tevreden. “Dit is absoluut onacceptabel. De minister ontkent de acute problemen waarmee de pendelaars in de Antwerpse zuidrand worden geconfronteerd. Eén trein per uur richting Brussel is voor een station als Mortsel-Oude-God, dat dagelijks ruim 1.100 pendelaars telt, veel te weinig. De treinen die dan nog rijden, zijn bovendien vaak te laat of ontbreken wagons. Waardoor de pendelaars als sardientjes in een blik naar Brussel mogen sporen.