“Ze leven op voet van oorlog.” Zo begon de openbare aanklager maandag haar uiteenzetting over de jarenlange ruzie tussen de twee uitbaatsters van een strijkatelier in Rijmenam (Bonheiden). N.B. en E.T. waren ooit vennoten van eenzelfde strijkatelier, maar die samenwerking stopte toen E.T. besliste om twee huizen verderop aan de slag te gaan in een ander strijkatelier.

Uiteindelijk besliste het parket om N.B. voor de rechtbank te brengen voor twee inbreuken: slagen en verwondingen en kwaadwillige ruchtbaarmaking. “In 2018 stuurde ze een sms naar de klanten van haar concurrente en vermeldde er onder meer in dat de vrouw een dief was. Eens een dief, altijd een dief, stond er lezen”, zei openbaar aanklager Catherine Van den Heyning.

N.B. verklaarde later dat ze de sms had gestuurd omdat E.T. klanten probeerde af te nemen ten voordele van haar atelier. De vete tussen de twee vrouwen kende in juli 2018 een triest hoogtepunt. N.B. zou E.T. zonder aanleiding hebben geslagen en gekrabd.

Ernstige feiten

Het Openbaar Ministerie vond dat het om ernstige feiten ging, maar vorderde zelf een probatie-opschorting voor N.B. Er is tot op vandaag immers al meer dan vier jaar tijd verstreken, zodat er sprake is van de overschrijding van de redelijke termijn. E.T. stelde zich maandag burgerlijke partij tegen N.B.

De beklaagde N.B. hield vol dat het net zij was die als eerste werd aangevallen. “Mijn cliënte heeft brandwonden opgelopen door een strijkijzer waarmee E.T. dreigde”, zei de advocaat van de beklaagde. Die vroeg de vrijspraak, ook voor het versturen van de sms’jes.

De rechter doet op 28 november een uitspraak in de zaak. (tdk)