Opvallend is dat uit vier clubs uit 1A, met name ­Sint-Truiden, Oostende, Eupen en Kortrijk, hun ­beloften niet ­zullen integreren bij de amateurs. “Een sportieve en ­financiële kwestie”, verklaart STVV-voorzitter David Meekers. “Het is een flinke investering met inschrijvingsgeld en de hele ­omkadering van zo’n ploeg. Wij ­geven er de voorkeur aan onze jonge spelers bij een van de clubs uit die ­reeksen individueel ­ervaring te laten opdoen.”

Lierse doet wel mee

Van de 1B-clubs schreven alleen Lierse en Virton zich in. Slechts 14 van de 16 ­ingeschreven clubs zullen ­daadwerkelijk met hun beloften in de nationale reeksen spelen. De eerste vier uit de eindstand van de huidige belofte­competitie - dat zijn op dit moment Genk, Anderlecht, Standard en Club Brugge - komen terecht in 1B, dat wordt uitgebreid naar 12 ­ploegen. Inschrijven voor 1B kost één miljoen euro plus productiekosten tv (ongeveer een half miljoen). De vier clubs die met hun U23 in eerste amateurklasse terecht­komen, betalen elk 125.000 euro, de zes clubs die met hun beloften in de tweede amateurklasse zullen spelen, ­tellen elk 100.000 euro neer.(lvdw)